Voortgang bij toepassing van Europese duurzaamheidsregels blijft uit
Ondanks het feit dat grote beursgenoteerde bedrijven met meer dan 500 medewerkers vanaf 2024 in hun jaarverslag inzicht moeten geven in de impact van hun activiteiten op mens, milieu en samenleving, blijkt ook dit jaar dat nog geen enkele Nederlandse onderneming voldoet aan de daarvoor bedoelde EU rapportage-eisen. Bedrijven wachten de finale regels af en ervaren de zogeheten Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van de EU veelal nog als papieren tijger in plaats van transitie-instrument op weg naar een duurzame bedrijfsoperatie. Dat leert het ‘Sustainability Reporting’ jaarverslagenonderzoek dat KPMG voor het tweede jaar op rij heeft uitgevoerd onder 24 beursgenoteerde en 22 grote niet-beursgenoteerde bedrijven. Philips, DSM en Ahold Delhaize zijn het meest volwassen in relatie tot de implementatie van de EU-duurzaamheidsregels.
De meeste aandacht in de huidige duurzaamheidsverslaglegging gaat uit naar klimaatverandering en het milieu. Zo geeft 90% van de beursgenoteerde en 70% van de niet-beursgenoteerde bedrijven inzicht in de impact van hun bedrijfsactiviteiten op het milieu, biodiversiteit en bijvoorbeeld vervuiling van water. De meeste bedrijven verschaffen nog onvoldoende informatie over sociale aspecten over de grenzen van de eigen organisatie heen. Daar waar de EU-regels vragen om inzage in arbeidsomstandigheden van personeel in de gehele waardeketen, dus bijvoorbeeld ook bij de productie van onderdelen die in China of India worden gemaakt, wordt dat nu nog nauwelijks gemeld in het jaarverslag.
Een cruciaal onderdeel van de Europese duurzaamheidsverslaggeving is de zogeheten dubbele materialiteit. Die brengt zowel de financiële bedrijfsrisico’s van duurzaamheid als risico’s voor mens en milieu in kaart. Zo moet uit de dubbele materialiteit blijken of bedrijven opgewassen zijn tegen overstromingen, hogere temperaturen of andere effecten van klimaatverandering. Tegelijkertijd moet duidelijk zijn hoe de natuur al dan niet geraakt wordt met bijvoorbeeld de bouw van een nieuwe fabriek. Geen van de onderzochte bedrijven voldoet nu aan de EU-rapportage-eisen rondom dubbele materialiteit.
“Duurzaamheidsinformatie verschaffen in het jaarverslag is heel wat anders dan op de website of in een apart MVO-rapport vertellen hoe duurzaam een bedrijf is. Deze ingrijpende verandering naar een nieuwe rapportagestructuur volgens Europese richtlijnen, kan daarom beter ingezet worden als strategisch hulpmiddel op weg naar een duurzame bedrijfsoperatie. Zo kunnen bedrijven hun voordeel doen met de nieuwe Europese wet- en regelgeving,” vertelt Marco Frikkee, Partner Sustainability Reporting bij KPMG.
“Het merendeel van de bedrijven is hard op weg met het vaststellen van Environmental, Social & Governance (ESG) doelstellingen, strategie en aanpassingen van processen en systemen. Maar dat is veelal nog niet in lijn met de Europese duurzaamheidsrapportage-eisen. Voldoen aan deze CSRD-richtlijnen is straks niet alleen een vereiste. Het maakt bedrijven ook aantrekkelijker voor investeerders, consumenten en nieuwe werknemers”, concludeert Marco Frikkee.
Over CSRD
Volgens de nieuwe EU-richtlijnen moeten grote bedrijven in hun jaarverslag inzicht geven in de impact van hun activiteiten op mens, milieu en samenleving. Organisaties worden geacht duurzaamheidsdoelstellingen te bepalen en daar hun strategie, processen en systemen op in te richten. Zowel voor hun eigen bedrijf als voor leveranciers in toeleveringsketens. De nieuwe CSRD-richtlijnen zijn van toepassing op 75% van de Europese economie vanaf 2024. Dat zijn duizenden bedrijven in Nederland.
Over het KPMG Sustainability Reporting onderzoek
Voor het tweede jaar op rij doet KPMG onderzoek naar de status van implementatie van de nieuwe EU-duurzaamheidsrapportage-
Het KPMG-rapport ‘Sustainability Reporting’ inclusief de namen van onderzochte bedrijven is beschikbaar op assets.kpmg/content/
Bron: KPMG